Het gaat beter met Marta (29). Niet dat ze geen borderline meer heeft. Deze ziekte beperkt haar nog altijd in veel alledaagse dingen; van het vinden van werk tot het openen van post. Maar sinds ze twee jaar geleden de diagnose kreeg, kan ze steeds beter omgaan met haar sombere stemmingen en haar verlammende paniekaanvallen. “Het buurtteam heeft me daar erg bij geholpen.”
Hyperventilatie, trillende handen, hartkloppingen. Ze hoeft maar post te krijgen of het begint. Voor Marta was dat de aanleiding om hulp te zoeken. “Ik kon mijn rekeningen niet openen en dreigde schulden te krijgen.” Ze belandde bij Mentrum, een Amsterdamse kliniek voor mensen met ernstige psychiatrische klachten. “Daar kreeg ik twee jaar geleden de diagnose borderline en hulp van zowel een psycholoog als een maatschappelijk werker.”
Onafhankelijk worden
Toen haar maatschappelijk werker vertrok, kwam ze via Mentrum en Samen DOEN terecht bij het buurtteam in de H-buurt, Zuidoost. Daar is Filomena Ribeiro nu haar hoofdondersteuner, vertelt ze. “Ik vertrouw haar volledig. En dat terwijl ik mensen niet zo snel vertrouw.” Wat haar enthousiast maakt over Filomena? “Dat ze mij als uitgangspunt neemt, niet het zorgaanbod”, “Al in ons eerste gesprek vroeg ze me wat mijn doelen zijn. Wat wil ik?”
Eén van Marta’s doelen is verhuizen. “Mijn kinderen zijn 7 en 10. Ik wil dat ze opgroeien in een veilige buurt.” Ook wil ze studeren, een baan vinden en zelf haar post kunnen openen. “Voor dat laatste heb ik nu nog een bewindvoerder.” Eigenlijk komt het erop neer dat ze onafhankelijk wil zijn, zegt ze. “Van die bewindvoerder, van Filomena én van mijn moeder, die me veel helpt maar er op een dag niet meer zal zijn. Daar moet ik op voorbereid zijn.
Mogelijkheden zoeken
Soms komen Amsterdammers in de knel met de gemeente. Buurtteammedewerkers bieden dan aan om mee op gesprek te gaan. “Zo dreigde ik ooit door een misverstand mijn uitkering te verliezen”, vertelt Marta. “Als je je kwetsbaar voelt en onbekend bent met het systeem, is het ontzettend moeilijk zo’n gesprek alleen te voeren. Het helpt als je ondersteuner meegaat.”
Wat Marta leert van de werkwijze van het buurtteam? “Dat je het zelf moet doen, maar er niet alleen voor staat. En dat er altijd een oplossing is. Soms zie ik niets meer zitten. Maar Filomena praat dan met me. En door haar zie ik dan toch weer licht aan het eind van de tunnel. Ik leer nu ook tegen mezelf te zeggen dat er altijd mogelijkheden zijn. En probeer die mogelijkheden te zoeken, zoals Filomena met mij doet. Dat is mijn weg naar zelfstandigheid.”